.......... .... |
opus 2 Het tweede werkje is ontstaan uit de kinderlijke verwondering van iemand die voor het eerst de klanken van een synthesizer verkent en zelf aan de knopjes mag draaien. Met rode konen en de handleiding op tafel ontlokte ik een onafzienbare stoet verbazingwekkende geluiden aan het apparaat. Daaronder bevond zich een intrigerende koorklank, opgebouwd uit een nabootsing van de menselijke stem verweven met kerkorgel en vage strijkers. De cerebrale klanken doen denken aan het oude gregoriaans dat eertijds veelvuldig in kloosterkerken kon worden vernomen, maar roept ook herinneringen op aan het hedendaagse geluid van Enya. Uit fascinatie voor de mystieke klankkleur is spelenderwijs de tweede compositie ontstaan. Het is een serie variaties geworden met veel hele noten en lang aangehouden akkoorden. In het eerste en laatste deeltje is de muziek gemanipuleerd met een opnameprogramma en gemixt met geluidsfragmenten waardoor het geheel zich laat beluisteren als een hoorspel. |
.... |
|
.... | |||||||||||||
|
. . |
||||||||||||||||
.. 1. Claustra Portarum .. 2. Primordium .. 3. Ulteria .. 4. Praeteria |
.. 5. Ilo tempore .. 6. Non aperire .. 7. Animo non deficere .. 8. Hora est |
||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||