|
opus 4
Naast de passie die iedere puber koestert voor de muziek
van zijn tijd, ontlook in mijn dertiende levensjaar de
liefde voor de jazz. Waar de popmuziek al lang geen
hartstochten meer oproept is de liefde voor de jazz
gebleven. Door de vele jazz-uitvoeringen van Johann
Sebastiaan Bach is daar vrij spoedig een passie voor
klassiek bijgekomen. De liaison tussen de swingende
jazzimprovisaties en de harmonische hoogstandjes van Bach
hebben mij met een blijvende hang naar beide
muzieksoorten opgezadeld. Overigens geen ongebruikelijk
concubine gezien het vele vreemdgaan van beroemde musici
uit beide werelden.
Kon ik als gebrekkig speler nog wel een enkele etude van
Bach uit de piano timmeren, in de jazz heb ik het nooit
verder gebracht dan het reproduceren van wat triviale
loopjes. Gezeten achter het virtuele pianoklavier op het
scherm van de computer kan men echter gerust een uurtje
uitstrekken voor het bedenken van een riedeltje van
pakweg tien seconden.
Een dergelijke voortgang op het podium zou op weinig
bijval mogen rekenen. Maar in de beslotenheid van de
|
|
|
©2002-2023
menno walsweer
studeerkamer bieden geduld en uithoudingsvermogen enige
compensatie voor het gemis aan praktische handvaardigheid
op het instrument zelve.
|
|